Met name zijn sterke verbondenheid met de natuur. Japan is een bergachtig land, geteisterd door
aardbevingen, vulkaanuitbarstingen, vloed-golven en
wervelwinden.Het bestaat uit meer dan 3000 eilanden, waarvan
de 4 grootste : Hokkaido in het noorden, Honsjoe centraal
gelegen en tevens het grootste van de vier, Sjikokoe en Kioesjoe
in het zuiden.
Er bestaat een nauw verband tussen reliëf,
landbouwmogelijkheden en bevolkingsspreiding. De mensen
vestigen zich bij voorkeur in de vruchtbare valleien en
laagvlakten, waar ze hun voornaamste voedselgewas rijst kunnen
winnen.
De bevolkingsdichtheid is daarom in deze gebieden
uiterst groot : 90 per 100 van de 110 miljoen inwoners van Japan
wonen op slechts 12 % van het totale grondgebied dat 12 maal zo
groot is als ons land.
Een kleine berekening van de bevolkingsdichtheid
in deze vruchtbare gebieden geeft ons als resultaat : 3200
inwoners per vierkante kilometer.Deze talrijke mensen moeten ook met grote
klimaatverschillen afrekenen, het Japanse eilandenrijk strekt
zich uit over een afstand van ruim 1600 km zodat in het noorden
van het land door de koude noordwest-moessons de gemiddelde
januaritemperatuur -8° bedraagt, het zuiden daarentegen geniet
een subtropisch klimaat met een gemiddelde januaritemperatuur
van +7° zodat er zelfs palmgroei voorkomt.
De natuur is voor de Japanner niet mild : per
jaar telt men meer dan 5000 aardschokken, terwijl onderzeese
aardbevingen vloedgolven veroorzaken die soms een hoogte van
15 meter bereiken.
Tijdens de zomer, gekenmerkt door een hete en
vochtige lucht, heeft Japan te lijden onder de wervelstormen of
taifoens.
De Japanner is een noeste werker die zich niet
door tegenslag laat ontmoedigen, hij is zeker niet bevoordeeld,
noch op het gebied van geografische kenmerken, noch op het
gebied van bodemrijkdom, noch op klimatologisch gebied.
De grondoorzaak van de spectaculaire opgang van
Japan ligt in de moed van de Japanner zelf om het harde leven
aan te pakken en de levenswil om er bovenop te komen.
Bij de vorming van het Japanse karakter speelde
ongetwijfeld het Boeddhisme en het Shintoïsme een voorname rol,
deze houding vloeit voort uit de vaste overtuiging dat de
inspanning lonend is en dat slechts een taai en volhardend
werken de moeilijkheden kan overwinnen, verder legt het
Shintoïsme de nadruk op beheersing, bezinning en het losmaken
van het aardse. Hierin worden verschillende natuurelementen als
goden vereerd.
Grote werklust, vindingrijkheid en plichtsbesef
vormen hierbij de drie grote sleutelwoorden van de Japanse
vooruitgang.
“Bushido”,
de weg van de krijger.
Bushido, of de geschreven wet van de samoeraiklasse vormt de dag
van vandaag nog steeds de grondslag van de levenshouding van de
Japanner, deze leer betekende voornamelijk een voortdurende
paraatheid om dit aardse bestaan te verlaten.
Het Boeddhisme paste uitstekend in de
levensbeschouwing van de samoerai, “zen” voort-gekomen uit deze
godsdienst werd voor de samoerai de perfectie voor levenskunst.
Zen leert de beheersing van lichamelijke functies, het vermogen
om de kleinste dingen in de geest en in de natuur te
onderscheiden en er bewust van te genieten en de geestelijke
emoties worden gekanaliseerd.
Het geheim van de samoerai binnen het Bushido
bestond uit discipline, zelfbeheersing en plichtsbesef, deze
begrippen zijn nu nog steeds van toepassing in het moderne
Japan.
“Goshinjutsu”,
de kunst der verdediging.
De zelfverdedigingskunst is een begrip door de eeuwen heen dat
men terug kan vinden in elke beschaving en bij alle volkeren.
Ongewapend vechten hing ook voor een groot
gedeelte af van de cultuurgebondenheid en voornamelijk hier uit
voortvloeiend de kledij, de basis van deze technieken berustte
uiteraard op snelkracht, behendigheid, snelheid en inzicht,
waarbij gebruik werd gemaakt van de vitale punten op het
menselijk lichaam.
Het nog steeds zeer populaire sumoworstelen vindt
zijn oorsprong in het feodale Japan onder de vorm van Kumi-Uchi,
technieken die twee samoeraikrijgers toepasten op het slagveld
in volledig harnas en in contactgevecht verwikkeld met elkaar.
Diegene die zijn tegenstrever tegen de grond kon
werpen was de overwinnaar, de verslagene zou zeer beperkt zijn
om terug de rechtopstaande houding te hernemen en gemakkelijk
gedood kunnen worden.
Verschillende scholen of Ryu werden gevormd in
het ongewapend vechten, stijlen als Yawara ontstonden en gingen
mee deel uitmaken van het Bujutsu of de krijgskunst van de
samoeraiklasse.
Deze Bushi of krijgers leefden in ruwe, harde
omstandigheden, waarvan een groot gedeelte van hun tijd aan deze
oefenvormen werd besteed, en hun krijgsgeest alert werd gehouden
door trainen en strikte discipline.
Door de jaren heen had iedere school bepaalde
systemen ontwikkeld en uitgediept, perfectie bracht men in
verband met de praktische ervaring opgedaan op het slagveld.
Het is weliswaar zo dat iedere verschillende
samoeraikaste of familie een strikte geheimhouding voorzag van
de gekende dodelijke technieken.
De Bujutsuleraars probeerden ook geheimen van
andere Ryu of scholen te bemachtigen, hetgeen echter niet
evident was.
De reden is meer dan duidelijk, in
gevechtssituaties waarbij het eigen leven als inzet dient laat
men zich niet zo gemakkelijk bespioneren door anderen.
Het Goshinjutsu is de hedendaagse
verdedigingskunst, bestaande uit:
|
- Nage - Waza |
® |
Werptechnieken |
|
|
- Uchi - Waza
|
® |
Slagtechnieken |
|
|
- Tsuki - Waza |
® |
Stoottechnieken |
|
|
- Geri - Waza
|
® |
Traptechnieken |
|
|
- Shime - Waza |
® |
Verwurgingstechnieken |
|
|
- Kansetsu - Waza |
® |
Klemtechnieken |
|
|
- Osae - Waza |
® |
Kontroletechnieken |
|
|
- Tai - Sabaki |
® |
Lichaamsontwijkingen |
|
|
- Uke - Waza
|
® |
Afweertechnieken |
|
|
- Dachi - Waza |
® |
Houdingstechnieken |
|
Deze
vorm van ongewapend vechten heeft een enorme rijkdom aan
technieken, en richt zich meer op moderne, hedendaagse
gevechtssituaties, zonder hierbij de banden van de klassieke
kunst te verwaarlozen of te negeren.
Goshinjutsu is een Japanse verdedigingskunst die
wel eens van belang zou kunnen zijn wanneer het nodig blijkt.
Het is dan ook niet verwonderlijk dat verscheidene beoefenaars
zich zeer thuis voelen in deze elegante maar toch doeltreffende
kunst.
Alle mogelijke vormen van agressie alsook
gewapende en ongewapende aanvallen worden gesimuleerd, om
hiertegenover een doeltreffende afweertechniek te plaatsen.
Beoefenaars van Goshinjutsu worden meermaals
verrast door de eenvoud van de technieken waarbij men een
aanvaller totaal kan uitschakelen. Het omschrijft een
natuurlijke harmonie tussen zowel lichaam en geest, waarin
zelfdiscipline, innerlijke rust en wederzijds respect een
onderlinge basis vormen onder de beoefenaars.
De kennis van de anatomie en de fysiologie van
het menselijk lichaam zijn hierbij zeer
belangrijk. Basistechnieken Kihon zijn onontbeerlijk en een
noodzakelijke voorwaarde. De vitale punten op het menselijk
lichaam gebruikt in het Goshinjutsu, zijn dezelfde die gebruikt
worden in andere oosterse gevechtskunsten, het menselijk lichaam
is nu eenmaal uniform samengesteld.
Danny Daem
Technisch directeur
Vlaamse Goshinjutsu Federatie